We waren
naar Apgar Village gegaan om op tijd te kunnen vertrekken naar Canada, via de Going-to the-Sun Route. Op een zondag in de zomer zou het op deze route immers nog
drukker zijn dan anders.
Het was koud
bij het opstaan, om 8 uur leverden we de sleutels in en gingen op weg. Het eerste
stuk, langs Lake MacDonald, was nog niet echt bijzonder. Bij Avalanche Creek,
een aanbevolen parkeerplaats, wilden we zoals wel vaker yoghurt eten, maar het uitzicht
stelde hier niet veel voor en we liepen wat rillerig heen en weer. Verder naar
boven parkeerden we vlak voor de West
tunnel aan de linkerkant en konden nu genietend van het uitzicht en in het
zonnetje staand ontbijten. Het was wel wat heiig. We zagen heel wat fietsers
voorbijkomen die de tocht waagden! Best gevaarlijk door die donkere tunnel,
leek ons dat.
Er was slechts één haarspeldbocht op deze route, die wij
niet eens als echt bestempelden! We passeerden nog een paar mooie stukjes, o.a.
de Weeping Wall, die nu het zomer was niet erg veel water huilde. Het was een
mooie route maar wij zijn denk ik al erg verwend, want we hebben al veel
spectaculairder wegen gehad, o.a. in Zwitserland en Noorwegen.
Om half 10 waren we bij de Logan Pass en het was er al
behoorlijk druk, maar het lukte ons om een parkeerplaats te vinden. Eerst maar
eens de trappen naar boven beklimmen, naar het Visitor Centre, waar we niet veel
informatie vonden. Ik vroeg aan de balie of de Hike naar Hidden Lake te doen
was voor iemand met niet al te veel conditie. Volgens de dame was alleen het
eerste stuk inspannend, maar viel het daarna wel mee. Ik besloot dat ik dit
toch graag wilde proberen. W. liep een klein eindje mee, maar moest het al snel
opgeven. Hij ging lekker lezen in de auto!
Nou, het viel me dus helemaal niet mee. Gelukkig was het
bewolkt en niet warm, anders had ik het zeker niet gered. Eerst was er een geleidelijke
stijging over asfalt, dan waren er (prachtige) houten trappen die je met best
wel grote stappen moest nemen. Ik was dan ook erg blij met de hiking sticks die
ik voor mijn verjaardag had gekregen!
Het bleef maar stijgen en ik moest vaak
rusten, zo kon ik wel goed om me heen kijken en foto’s maken. Een keer of vier moest
ik een sneeuwveld oversteken, gelukkig niet heel ver, maar ik moest wel
uitkijken met mijn camera omdat ik mijn rugzak niet had meegenomen - waar ik nu
wel spijt van had.
Eén stuk van het pad zag er verontrustend uit, dit liep langs
een steil stuk naar beneden met heel weinig ruimte om langs te lopen, naast de
ijzige sneeuw. Een vrouw die van de andere kant kwam aanlopen gleed hier over uit,
viel en bezeerde haar knie. Ze was helemaal vies en nat en zei eerst dat het
allemaal wel meeviel, maar ik geloof dat het toch erger was dan ze eerst dacht.
Ik moest hier dus ook overheen en wilde voetje voor voetje langs de glibberige
afgrond lopen, maar kon niet verder. Gelukkig was er een jongeman die zei dat
hij me wel zou helpen en die gewoon op het steile stuk ging staan en mij
begeleidde. Thank you! En dan te bedenken dat sommige mede-toeristen hier
schijnbaar moeiteloos overheen huppelden…
Ik zag berggeiten met jonkies en grondeekhoorntjes ...
We reden verder langs mooie plekjes, maar er was niet één parkeerplaats vrij. W. liet mij er nog even uit zodat ik een foto kon maken, maar hierna reden we maar door. Er was een stuk met wegwerkzaamheden, waar we geen last van hadden op deze zondag.
We aten een ontzettend lekkere
burger met heel veel knoflook, in een leuke ambiance! Pikant detail, de wc was
hier slechts afgescheiden met een gordijn!
En door gingen we weer, over de Chief Mountain HW, waar plaatselijk nog sneeuw lag.
Bij de grens lieten we onze paspoorten zien, beantwoordden
wat vragen en we konden doorrijden. Er werd ons niets over etenswaar gevraagd!
We hadden wel wat dingetjes bij ons, maar hadden dat dan maar weggegooid als
het nodig was geweest.
en dan
eindelijk een meertje, maar ik was er nog niet. Pas even verderop was er een
uitkijk platform en lag daar in de diepte het Hidden Lake. Ik was erg blij dat
ik het gehaald had!
Hidden Lake |
Na een poosje genieten moest ik weer terug, net als iedereen
overigens, want verder lopen mocht niet i.v.m. het gevaar van grizzly beren.
Ook dit viel niet mee, ik moest immers diezelfde sneeuwvlaktes over, maar het
was lang zo vermoeiend niet als naar boven klimmen.
Wel waren de trappen een
aanslag op mijn knieën. Ik deed in totaal een uur of drie over deze wandeling.
W. zat te lezen en er waren al verschillende mensen geweest die op ’t raampje
hadden geklopt om te vragen of hij snel zou opkrassen;-) Ook toen ik eraan kwam
stond er meteen iemand die vroeg of we weggingen. Hij had zijn auto al een
poosje dubbel geparkeerd vlak bij ons staan. En ja hoor, hij kreeg ons
plaatsje.
We reden verder langs mooie plekjes, maar er was niet één parkeerplaats vrij. W. liet mij er nog even uit zodat ik een foto kon maken, maar hierna reden we maar door. Er was een stuk met wegwerkzaamheden, waar we geen last van hadden op deze zondag.
Na St Mary stopten we bij Babb, want
we hadden erge trek. Op het Alles Amerika forum had ik gehoord van de Cattle
Baron, maar nu was alleen het Bunkhouse open.
Babb, The Bunkhouse Cafe |
En door gingen we weer, over de Chief Mountain HW, waar plaatselijk nog sneeuw lag.
Chief Mountain H |
Nu begon het te regenen! Ik wilde Waterton Parks nog even
in, hoewel het al laat was, 16.00 uur inmiddels. Het ging alleen maar harder
regenen, dus we hadden het beter niet kunnen doen, maar ja, eigenwijs als ik
soms ben… We zagen het Prince of Wales hotel liggen en reden tot de waterval na
het dorp. Ook van de Red Rock Canyon Road zagen we nog wat, maar halverwege zijn
we toch weer teruggereden. We hadden natuurlijk veel te weinig tijd hiervoor en
W. had veel last van zijn rug en benen op dit soort wegen.
Het was nog best even rijden, langs Pincher Creek tot Crows
Nest Pass en Coleman, AB, waar onze B&B was. Regen, donkere luchten en onweer
en veel ranches trokken voorbij.
G. kon het adres niet vinden, de straat bestond uit 2 delen
zo bleek, gescheiden door een soort van dijkje. Na een omweg kwamen we dan toch
om 18.30 uur bij York Creek B&B aan.
Het gaststel Ann en Ken stond al op ons te wachten, want ze
wilden uit gaan eten. De schoenen moesten uit bij voordeur. Het was een beetje
chaos in de hal en de enorme zitkamer, vol met zelf geschoten trofeeën. Er was
een fantastisch grote keuken, alles ruim bemeten. Er waren 6 slaapkamers voor
gasten. Onze kamer was prima, met een heel breed luxe massagebed en naar later
bleek heerlijke kussens. De grote badkamer was ook toegankelijk voor invaliden
en er was een riant balkon, maar teveel muggen, we moesten bij binnenkomst snel
de deur dichtdoen.
Omdat we vanmiddag laat geluncht hadden hoefden we de deur
niet meer uit maar hadden we genoeg aan een zak chips, die we op onze kamer
opaten. We konden volop gebruik maken van de zitkamer en één van de andere
gasten bood een glas wijn aan, maar we waren te moe en hadden geen zin in om te
kletsen. Vroeg gaan liggen lezen en al snel vertrokken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten